Het nieuwe Wetboek van Strafvordering volgens Gert Haverkate

Sinds 2014 is Gert Haverkate als directeur WBOM, en later ook als gedelegeerd opdrachtgever van het programma Modernisering Wetboek van Strafvordering, nauw betrokken bij de inhoudelijke en juridische aspecten van het nieuwe wetboek. Nu Gert eind mei het OM gaat verlaten, is dit het juiste moment om hem een paar vragen voor te leggen over het nieuwe Wetboek van Strafvordering.

Wat zijn de twee grootste veranderingen voor het OM in het nieuwe wetboek?

'De zogenaamde ‘beweging naar voren’ zal mogelijk een grote verandering zijn. De dagvaarding zal worden vervangen door de proces­inleiding. De verdediging kan zich voortaan met haar onderzoeks­wensen tot de voorzitter van de MK richten, die daarover voorafgaand aan de behandeling ter terecht­zitting tot op zekere hoogte zelfstandig kan beslissen. Afhankelijk van de verzoeken die de verdachte doet en de beslissingen die de voorzitter naar aanleiding van de verzoeken neemt, bepaalt de voorzitter in overleg met de officier van justitie, en zo mogelijk ook met verdediging, de dag en het tijdstip waarop de terechtzitting plaatsvindt. Pas daarna wordt de verdachte voor het onderzoek op de terechtzitting opgeroepen. Daarmee wordt een gefaseerde voorbereiding van het onderzoek op de terechtzitting gerealiseerd, waarbij een belang­rijke rol voor de voorzitter is weggelegd.'

Afschaffen pro-formazittingen

'Een andere grote verandering (in theorie althans) is dat de drie­maande­lijkse pro-formazittingen worden afschaft. De rechtbank beslist voortaan alleen nog maar over het voortduren van de voor­lopige hechtenis en niet meer over eventuele onderzoekswensen. De onderzoekswensen moeten rechtstreeks bij de rechter-commissaris worden ingediend. De officier van justitie krijgt de wet­telijke opdracht om binnen drie maanden nadat de gevangen­houding is bevolen, schriftelijk de stand van zaken in het (nog lopende) opsporingsonderzoek mee te delen en inzage in de processtukken te geven. Veel zal echter afhangen van de manier waarop de procespartijen hun nieuwe rol invullen. De bepalingen in het nieuwe wetboek zijn niet erg dwingend geformu­leerd, waardoor de mogelijkheid bestaat dat iedereen min of meer blijft doen wat hij altijd al deed.'

De start van de Innovatie­wetpilots staat gepland in september 2022. Naar welke pilot ben jij het meest benieuwd?

'Er springen er twee uit. Ik heb de minste fiducie in de pilot AVR. Die houdt onder meer in dat de rechter audiovisuele opnamen als bewijs­middel kan gebruiken. Dat hoeft dan niet meer via de eigen waarneming van de rechter te lopen of via een proces-verbaal, waarin de opsporings­ambtenaar heeft opgeschreven wat er op de beelden te zien is. Ik ben benieuwd of dit de meerwaarde heeft die het krijgt toegedicht.'

Gert Haverkate

Directeur WBOM

'Het is fijn dat we straks verlost zijn van wetsartikelen met nummers als 126zpa.'

Prejudiciële vragen

'Aan de andere kant van het spectrum bevindt zich de pilot Prejudiciële vragen, die het mogelijk maakt om – de naam zegt het al – prejudiciële vragen te stellen aan de HR tijdens een lopende straf­procedure. Dit zal de rechtspraktijk in een eerder stadium dan nu het geval is, houvast kunnen geven. Het zou mooi geweest zijn als we die mogelijkheid hadden gehad toen het Hof van Justitie van de EU ruim een jaar geleden met het Prokuratuur-arrest kwam.'

Vanaf medio 2021 ligt de focus van het programma op de voorbereiding van de implementatiestrategie in de keten. Waar moeten we op bedacht zijn als het gaat om de implementatie van het nieuwe wetboek en wat dit voor OM-collega’s betekent?

'Onder de voortreffelijke leiding van programmamanager Tamara Slagter zijn we al volop bezig met de voorbereiding van de implementatie. Dat moet ook, want het is een enorme operatie, die heel veel inspanningen en tijd kost. De OM-collega’s zullen allemaal op cursus moeten, maar dat kan niet te ver voor de inwerkingtreding van het nieuwe wetboek. Na de inwerkingtreding van het nieuwe Wetboek van Strafvordering moeten we er rekening mee houden dat de afhandeling van zaken vertraging oploopt, omdat alles nieuw is. Ook moeten we erop bedacht zijn dat ogenschijnlijke kleine wetswijzigingen mogelijk grote gevolgen kunnen hebben, die we nu misschien nog niet onderkennen.'

In welk opzicht is het nieuwe wetboek een relevante verbetering voor het OM?

'Het huidige wetboek is zo slecht nog niet, het functioneert op zichzelf prima. Wel is het fijn dat we straks verlost zijn van wetsartikelen met nummers als 126zpa.'

De invoering van het nieuwe wetboek staat gepland voor 2026. Gert werkt dan niet meer bij het OM. In september 2022 begint hij aan zijn nieuwe baan als raadsheer bij de strafsector van het gerechtshof Den Haag. Wat kun je nu al laten weten over wat je collega’s straks gaat helpen om vol vertrouwen aan de slag te gaan met het nieuwe wetboek?

'We zijn goed bezig met de voor­bereiding, nu al. Bij alle parketten is of komt er een contactpersoon met wie het programmateam zaken kan doen. En we gaan op tijd een helpdesk inrichten, waar de collega’s al voor de inwerkingtreding en ook in de periode daarna met vragen terecht kunnen.'


Wil je meer lezen?

Volgende artikel

Nieuwsbrief Modernisering Strafvordering - Mei 2022

Aanmelden voor deze nieuwsbrief kan via Modernisering.WvSv@om.nl