Huidig & nieuw Straf­­vordering: wie zoekt de verschillen?

Zoek de 10 verschillen! Wie kent het spel niet? En het gevoel als het is gelukt. Of net niet. Dat laatste is natuurlijk geen optie als het gaat om de juridische analyse van het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Dat moet zorgvuldig gebeuren en dit werk blijft mensenwerk, zelfs in 2022. Pieter Liefrink, senior juridisch medewerker bij het WBOM, krijgt er binnenkort een collega bij en samen brengen zij exact alle wijzigingen van het nieuwe Wetboek van Strafvordering in kaart. Hij neemt je mee in de juridische analyse van DNA in strafzaken. Hoe pak je deze belangrijke opgave aan? Wat zijn de eerste opvallende verschillen?

Juridische analyse

Ik vergelijk de bepalingen van het nieuwe Wetboek van Strafvordering met die van het huidige wetboek en duid daarbij de verschillen. Sommige verschillen zijn inhoudelijk, andere slechts tekstueel. Weer andere verschillen hangen samen met een gewijzigde systematiek van het wetboek. Het kan gaan om grote wijzigingen, maar ook om hele kleine. Met de uitkomst van de juridische analyse kun je de huidige proces­beschrijvingen, opleidingen en formulieren aanpassen aan het nieuwe wetboek. Op onderdelen zijn er grotere en kleinere wijzigingen die gevolgen hebben voor de werkzaamheden. Het is belangrijk dat de organisatie daar tijdig weet van heeft.

Aanpak DNA

Op dit moment ben ik bezig met het onderwerp DNA in strafzaken. Strafvordering heeft daar slechts drie artikelen over. Art. 2.6.16 (nieuw Sv) gaat over het klassieke DNA-onderzoek. De twee artikelen die daarop volgen, zijn artikelen die met het onderwerp DNA samen­hangen, gaan over het DNA-verwantschapsonderzoek en het DNA-onderzoek naar uiterlijk waarneembare kenmerken. Dan denk je misschien dat ik er snel klaar mee ben, maar nee, er is meer te onderzoeken. Er zijn bijvoorbeeld ook artikelen in een bijbehorende AMvB (het Besluit Bevoegdheden met betrekking tot het lichaam is de opvolger van het Besluit DNA-onderzoek in strafzaken). Verder zijn er artikelen die met het onderwerp DNA samenhangen die ik ook in de analyse verwerk. Bijvoorbeeld de bevoegdheden van de rechter-commissaris bij onderzoeken met betrekking tot het lichaam en algemene artikelen over bevelen en toestemming. Nadat het onderwerp DNA is afgrond, komt de focus op de hoofdprocessen van het OM te liggen. Slachtofferrechten is het volgende onderwerp waar ik mijn tanden in ga zetten. Dat proces is een stuk omvangrijker dan het redelijk ingekaderde proces DNA-onderzoek in strafzaken.

Opvallend

In de analyse is me snel duidelijk geworden dat de systematiek van het nieuwe Strafvordering sterk gewijzigd is. Het nieuwe wetboek heeft het uitgangspunt dat bevoegdheden slechts één keer staan beschreven. Dat heeft bijvoorbeeld voor DNA-verwantschapsonderzoek tot gevolg dat er straks geen apart artikel meer is voor de officier van justitie (art. 151da Sv) en geen apart artikel voor de rechter-commissaris (art. 195g Sv) Er is slechts één artikel (art. 2.6.17 nieuw Sv). In dat artikel staan de bevoegdheden voor de officier van justitie. Een schakel­bepaling bewerkstelligt dat deze bevoegdheid ook kan worden uitgeoefend door de rechter-commissaris (art. 2.6.24 j° 2.6.17). In dat opzicht wordt het wetboek dus compacter, maar het zorgt er wel voor dat OM’ers meer zullen moeten bladeren tussen de bepalingen.

Eenvoudiger

Verder valt in het proces DNA op dat het voor politie en OM op sommige punten wel makkelijker wordt. Voorheen moest je bijvoorbeeld eerst vragen of de verdachte mee wilde werken aan afname van celmateriaal voor DNA-onderzoek. Wilde hij dat niet, dan kon alsnog een bevel worden gegeven bij verdenking van een VH-feit. In het nieuwe wetboek kan direct een bevel worden gegeven en is vooraf horen en toestemming vragen niet meer nodig. Daarnaast is ook het verdenkingscriterium op dat punt verlicht. De eis dat er sprake moet zijn van ernstige bezwaren geldt niet meer. Een redelijk vermoeden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit waarop vier jaar of meer gevangenis­straf staat, is voldoende voor de gedwongen afname van celmateriaal bij de verdachte. Let op: er kan niet vooruit worden gelopen op deze nieuwe regeling, hoe graag we dat misschien zouden willen.

Uitpluizen

Ik vind het leuk om zaken grondig uit te pluizen. Niet iedere OM’er wordt er warm van om te struinen in Memories of Nota’s van Toelichting en andere stukken die uitleg kunnen geven over een artikel. Maar ik wel. Dat het nieuwe wetboek systematisch zo verschilt van het oude wetboek is juist de uitdaging. Ik word er blij van om door middel van schema’s, flow charts en tekst orde te brengen in de grote hoeveelheid informatie die op het OM afkomt met dit nieuwe wetboek. Gelukkig sta ik er niet alleen voor en krijg ik er binnenkort een collega bij. Daarnaast denkt het programmateam Modernisering Wetboek van Strafvordering goed mee over wat er nodig is en hoe we vormgeven aan de analyses, zodat de organisatie straks goed voorbereid is.

De Raad van State heeft advies uitgebracht over het Wetsvoorstel Modernisering Wetboek van Straf­vordering. Dit advies wordt de eerste helft van mei openbaar gemaakt. De verwachting is dat dit rond de zomer aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd. Het Wetsvoorstel Innovatiewet Strafvordering staat op de agenda van de Eerste Kamer. Op dit moment ziet het ernaar uit dat de Innovatiewetpilots niet vóór 1 september 2022 starten. Meer informatie over het nieuwe Wetboek van Strafvordering via de Rijksoverheid: Algemene informatie Podcast Video De volgende nieuwsbrief verschijnt dit najaar. Daarin onder meer een item over wat de grootste veranderingen zijn in het nieuwe wetboek en wat dit voor het werk van de OM’er betekent. Ben je nog niet aangemeld voor deze nieuwsbrief? Stuur dan een mail naar Modernisering.WvSv@om.nl

Nieuwsbrief Modernisering Strafvordering - Mei 2022

Aanmelden voor deze nieuwsbrief kan via Modernisering.WvSv@om.nl