3 nieuwe bevoegdheden uit de pilot Gegevens na inbeslagname
Martijn Egberts: 'Officieren van justitie, parketsecretarissen en administratie van ZSM tot ondermijning en fraudebestrijding krijgen met deze bevoegdheden te maken.'
Martijn Egberts, landelijk officier van justitie digitale opsporing, is voor het Landelijk Parket coördinator van de pilot Gegevens na inbeslagname. Hij is vanuit zijn expertise als portefeuillehouder cybercrime nauw betrokken bij de voorbereiding van deze pilot. Gegevens na inbeslagname is de enige Innovatiewetpilot die landelijk draait en waarvan bijna iedereen op de hoogte moet zijn.
Waar gaat de pilot Gegevens na inbeslagname over?
In de pilot ‘Onderzoek gegevens na inbeslagname’ worden drie nieuwe digitale bevoegdheden (uit het nieuwe Wetboek van Strafvordering) getoetst in de praktijk. De pilot wordt op alle parketten, ook het LP en FP, uitgevoerd en begeleid. De looptijd is maximaal twee jaar en de resultaten worden geëvalueerd door het WODC.
Het gaat om de bevoegdheden:
- Artikel 556 regelt straks het vastleggen en mogen gebruiken van gegevens die na de inbeslagname nog binnenkomen op een geautomatiseerd werk, zoals een telefoon of een tablet.
- Artikel 557 regelt straks, nadat een geautomatiseerd werk in beslag is genomen, het mogen vastleggen en gebruiken van gegevens die zijn aangetroffen na het inloggen op een ander geautomatiseerd werk, nadat daar via het internet op is ingelogd. Kort gezegd: de netwerkzoeking na beslag waar nu geen duidelijke wettelijke regeling voor is.
- Artikel 558 regelt straks het mogen gebruiken van biometrische gegevens om een geautomatiseerd werk te ontsluiten, denk hierbij aan de vinger van beslagene of een irisscan.
Wat gaat de wetgeving in deze pilot de OM-praktijk opleveren?
Vaak komt na beslag nog veel relevante informatie binnen op een telefoon. Denk aan chatberichten van medeverdachten, e-mails over het strafbare feit, maar ook alle toekomstige chatgesprekken in een Telegram-groep waarin wordt opgeroepen tot rellen. Artikel 556 geeft een duidelijke wettelijke grondslag om die gegevens tot drie maanden na inbeslagname te bekijken en vast te leggen, nadat de rechter-commissaris daar machtiging voor heeft gegeven. Bij de netwerkzoeking was het probleem dat dit slechts mogelijk was vanaf de plek waar de doorzoeking nog gaande was. In de praktijk worden veel telefoons inbeslaggenomen buiten een doorzoeking en daarnaast levert onderzoek op een politiebureau vaak veel meer zicht op externe gegevensopslag, zoals Icloud, Dropbox en niet gesynchroniseerde gegevens. De bevoegdheden in deze pilot geven de mogelijkheid om vanaf een politiebureau in te loggen en externe gegevens te onderzoeken. De rechter-commissaris machtigt en bepaalt welke categorie van gegevens mag worden onderzocht en in welke periode dat onderzoek moet plaatsvinden. Het onderzoek mag betrekking hebben op historische en toekomstige gegevens.

Waar moeten we aandacht voor houden?
Het gebruik van biometrische gegevens van de verdachte om een geautomatiseerd werk te ontsluiten was al mogelijk, maar leverde veel discussie op rondom nemo tenetur en mate van dwang. Deze wettelijke regeling maakt een en ander beter voorzienbaar voor burgers, zodat men weet onder welke voorwaarden de politie daartoe dwang kan uitoefenen.

Martijn Egberts
Landelijk officier van justitie digitale opsporing
'Eindelijk geen discussie meer over informatie die nog binnenkomt op bijvoorbeeld telefoons na inbeslagname. Denk aan berichten in WhatsApp, Signal of nagekomen mail en voicemailberichten. Na machtiging van de rechter-commissaris kan de officier van justitie de politie bevelen die informatie vast te leggen en later te gebruiken als bewijs.'
Wie krijgen vooral te maken met deze pilot en hoe gaan ze daar iets van merken?
Officieren van justitie, parketsecretarissen en administratie van ZSM tot ondermijning en fraudebestrijding krijgen met deze bevoegdheden te maken. Bewijsmateriaal bestaat steeds vaker slechts in digitale vorm. Daarom moet iedereen deze bevoegdheden leren te gebruiken. Per parket is een aanspreekpunt bereikbaar voor de praktische vragen over bijvoorbeeld de vorderingen, de uitleg van de artikelen en de uitvoering van de netwerkzoeking. Op alle parketten is een lokale coördinator beschikbaar die collega’s informeert en als vraagbaak fungeert voor vragen over het gebruik van de nieuwe bevoegdheden uit de Innovatiewet. Daarnaast wordt videomateriaal met werkinstructies gemaakt over het gebruik van de nieuwe bevoegdheden.
Waar moeten we in de praktijk op letten bij het inzetten van de nieuwe bevoegdheden uit de pilot?
Belangrijk bij digitaal onderzoek is om je te realiseren dat steeds meer gegevens staan opgeslagen op een telefoon of elders. Het onderzoek richt zich echter vaak op specifieke gebeurtenissen. Om de privacy van een beslagene (dat kan ook een getuige zijn) te respecteren is belangrijk om na te denken waar je naar zoekt en het onderzoek in beginsel daarop te richten. Pas daarom het proportionaliteitsbeginsel toe en bespreek met politie hoe dat kan worden ingevuld bij het doen van onderzoek aan die gegevens. Verder is belangrijk er aan te denken dat er nog steeds situaties zijn die niet worden geregeld met deze artikelen. Neem bij twijfel contact op met de lokale coördinator van jouw parket, zodat kan worden bezien of deze of andere wettelijke grondslagen voorzien in de situatie die zich voordoet in je onderzoek.
Zodra bekend is wanneer de Innovatiewetpilots gaan starten, zal op alle parketten informatie beschikbaar komen over de pilot Gegevens na inbeslagname. Op de projectpagina Innovatiewet op ZoOM lees je de laatste ontwikkelingen over deze en de andere pilots.