Het nieuwe Wetboek van Strafvordering volgens Monique van der Borg en Antine van Nederpelt

Een van de gevolgen van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering is dat OM-medewerkers straks moeten leren werken met het nieuwe wetboek. Zoals nu bekend is, zal de wet in één keer ingaan en niet in tranches worden ingevoerd. Daarom is het belangrijk dat we tijdig aan de slag gaan met het opleidingsplan voor OM-medewerkers. Het programmateam stemt hierover regelmatig af met Monique van der Borg (Landelijk officier leren en ontwikkelen Parket-Generaal), Antine van Nederpelt (Lector permanente educatie van SSR) en Tonnie Hulman (programmamanager SSR). Zij reageren op een aantal vragen over het nieuwe wetboek.

Wat is jullie rol als het gaat om modernisering van het Wetboek van Strafvordering en opleidingen voor het OM?

Monique: “Als Landelijk officier leren & ontwikkelen ben ik gevraagd mee te denken over de invulling van het opleidingsvraagstuk. In eerste instantie denk ik samen met Antine van Nederpelt mee over bijvoorbeeld de keuze om het leeraanbod bij voorkeur klassikaal en fysiek, of digitaal of in hybride vorm aan te bieden. Daarbij is steeds de vraag wat dit betekent in de voorbereiding en de uitvoering voor het programma Modernisering en de SSR. Ook zoeken we, waar dat kan, aansluiting bij de politie en de Rechtspraak. Zowel inhoudelijke vragen als praktische kwesties worden aan mij voorgelegd.” Antine: ”Als lector permanente educatie SSR ben je nauw betrokken bij alle opleidingsactiviteiten die bij SSR neergelegd zijn. Het is belangrijk om met de inhoudsdeskundigen in een vroeg stadium mee te denken over de beste manier van ‘het tussen de oren krijgen’. Het maken van onderwijs kost tijd en dat wordt nog weleens onderschat. Het OM en ook de Rechtspraak weten SSR steeds beter te vinden bij wetswijzigingen en bij verandering van beleid.”

Wat is in het organiseren van opleiding voor het nieuwe wetboek de grootste uitdaging voor een organisatie als het OM?

Monique: “De grootste uitdaging is om een compleet en passend opleidingsaanbod te maken voor alle medewerkers van het OM in alle functies, van administratie tot en met senior officieren. Daarbij moet het opleidingsaanbod ook nog eens ‘just-in-time’ worden uitgerold en kunnen worden gevolgd: niet te vroeg en niet te laat. Zodat mensen met de nieuwe kennis meteen aan het werk kunnen.”

Monique van der Borg

Landelijk officier leren & ontwikkelen Parket-Generaal

“Het allerliefst zou ik willen dat er tegen de tijd van de invoering van het nieuwe wetboek voldoende tijd gegeven wordt om me er echt in te verdiepen en om ermee te leren werken.”

Antine ziet een aantal belangrijke vraagstukken binnen het OM als het gaat om opleiding voor het nieuwe wetboek. “Om maar achteraan in het proces te beginnen: de belangrijkste is wellicht de organisatie van de uitrol. Hier zal bijna iedereen in de organisatie iets van gaan merken. Iedereen zal in een korte periode, maar niet te vroeg, op de hoogte gebracht moeten worden van de nieuwe wetgeving. Het liefst zo dicht mogelijk bij het moment dat het ook toegepast kan worden. Het is daarom belangrijk dit goed te faciliteren, zowel voor de invoeringsdatum van het nieuwe wetboek als daarna. Hier zijn we volop mee bezig. Met het OM verkennen we hoe we ruimte kunnen maken binnen de dagelijkse werkzaamheden en wat dit betekent voor de voortgang van deze werkzaamheden. Met SSR kijken we hoe we de tijdsbesteding aan opleidingen zo efficiënt mogelijk kunnen organiseren. Dat betekent reistijden beperken en digitaal als het kan, maar ook voldoende ruimte voor verdieping door discussie en oefenen. Ook zullen we in het programma een uitsplitsing maken naar doelgroepen en liefst bieden we verschillende leervormen aan. Mensen leren namelijk verschillend en de wijze waarop je kennis moet toepassen is gerelateerd aan de manier waarop je je die kennis eigen moet maken. We besteden hier nu veel aandacht aan. Het is belangrijk dat iedereen straks goed gefaciliteerd wordt om de opleidingen te kunnen volgen.”

“Het is belangrijk dat iedereen straks goed gefaciliteerd wordt om de opleidingen te kunnen volgen.”

Antine van Nederpelt

Lector permanente educatie van SSR

Gaat het OM bij het organiseren van opleidingen voor het nieuwe wetboek ook samenwerken met de politie of de ZM?

Antine: “SSR is zowel nauw betrokken in de ontwikkeling en de uitrol van de activiteiten binnen het OM als ook binnen de Rechtspraak. Ook is er overleg met de Politieacademie. Daar waar we iets gemeenschappelijk kunnen doen of van elkaar kunnen leren zullen we dat ook zeker doen. De lectoren OM en Rechtspraak spelen hierin een belangrijke rol evenals de projectleider SSR en zeker niet in de laatste plaats het programmateam van het OM en hun counterparts bij de Rechtspraak.”

Kan er al iets gezegd worden over de planning van opleidingen voor het nieuwe wetboek?

Antine: ”Er is nog veel onduidelijk over de nieuwe wetgeving, zowel qua planning als qua precieze inhoud. Daardoor kunnen we niet te vroeg beginnen met het ontwikkelen en opzetten van nieuwe opleidingen. Daarom focussen we nu op beleidsmatige aspecten en uitgangspunten, het raamwerk, om dat straks zo efficiënt mogelijk te kunnen invullen. Uitgaande van de beoogde ingangsdatum 2026 betekent dit in de planning, dat de meeste ontwikkelactiviteiten zullen plaatsvinden in 2024 en 2025. De uitrol van het opleidingsprogramma willen we vervolgens niet te vroeg doen. Immers, als je niets doet met wat je geleerd hebt, vergeet je het onmiddellijk. Dat is niet zinvol. Anderzijds kunnen we natuurlijk ook niet te laat beginnen. Een lastig punt, zeker gezien de aantallen mensen en de hoeveelheid stof. Het mooiste zou zijn tweede helft 2025 en begin 2026. Dit heeft uiteraard invloed op de dagelijkse voortgang van werkzaamheden en dat moeten we goed afstemmen met het OM.”

Monique, stel je voor: je werkt al 25 jaar bij het OM, bent vergroeid met het huidige wetboek en de werkprocessen die daarbij horen. En dan moet je in 2026 gaan werken met een nieuw wetboek. Hoe zou jouw ideale opleiding eruitzien?

“Ik zou dan wensen dat er voldoende opleidingen zijn, die passen bij mijn leerstijl (fysiek, digitaal, filmpjes of teksten) en mijn behoefte: kennis verkrijgen over de wet of ook toepassen in de systemen van het OM, zoals knoppencursussen. Maar het allerliefst zou ik willen dat er tegen de tijd van de invoering van het nieuwe wetboek voldoende tijd gegeven wordt om me er echt in te verdiepen en om ermee te leren werken.”

In de eerste editie van de Nieuwsbrief Modernisering Strafvordering deelde Gert Haverkate zijn gedachten over het nieuwe wetboek.


Wil je meer lezen?

Volgende artikel

Nieuwsbrief Modernisering Strafvordering - November 2022

Aanmelden voor deze nieuwsbrief kan via Modernisering.WvSv@om.nl